Rond deze tijd van het jaar worden reekalfjes geboren. Voor de moeders breekt een drukke tijd aan. Helaas zijn er ieder jaar ook dramatische verhalen van reeën die aangevallen worden door honden en van kalfjes die verstoten worden door hun moeder. Je hond aanlijnen en op wandelpaden blijven is de boodschap.

Reekalfjes worden geboren tussen half mei en half juni. Als je als wandelaar in deze periode de natuur intrekt, kan je wel eens op zo’n reekalfje stoten. Het jonge dier ligt dan helemaal alleen doodstil in het gras of het struikgewas, schijnbaar verlaten. Schijnbaar, want de waakzame moeder is doorgaans in de buurt om haar kalfje te zogen.

Hertachtigen laten hun jongen na geboorte overdag en ‘s nachts vaak immers lange periodes alleen. De kalfjes zijn nog te jong om hun moeder bij te houden als ze op zoek gaat naar voedsel en om te voorkomen dat ze uitgeput raken, laat de moeder haar jong(en) achter op een droge, beschutte, rustige plek. Een reegeit heeft ook vaak meer dan één kalf. De kalfjes liggen dan niet bij elkaar, maar zo’n tiental meter uiteen om het risico te spreiden. Het vlekjespatroon op de vacht van de jonge reekalfjes, dat lijkt op het schaduwspel van zonnestralen door een dicht struikgewas, helpt hen zich te verbergen. Gezonde reekalveren drukken zich tegen de grond en houden zich stil als er onraad is. Zo beschermen zij zich tegen gevaren van buiten.

De reekalfjes wachten op hun schuilplaats tot de moeder langskomt om ze te zogen. De moedermelk van de reegeit heeft een hoger vetgehalte dan koemelk en is daarom veel voedzamer. Daardoor hoeft de reegeit in de eerste weken na de geboorte het jong slechts enkele keren per dag gedurende niet meer dan een minuut te zogen. Dat helpt om de jongen te beschermen. In die eerste levensfase zijn de reekalveren immers nog geurloos, waardoor ze moeilijk op te speuren zijn door roofdieren. De reegeit, die wel een geur heeft, wil haar geur dan ook zo weinig mogelijk bij de jongen achterlaten. Ze zal in de eerste twee weken zelfs de uitwerpselen van haar jongen opeten.

Een drachtige of zogende reegeit heeft al haar energie nodig om de voortplanting tot een goed einde te brengen. Verstoring, door de mens of door een loslopende hond bijvoorbeeld, zorgt voor nodeloos energieverbruik. Hoe klein of vredelievend honden ook kunnen zijn, Reeën zullen hen steeds als een gevaar zien. Ze vluchten uit een gebied waar een hond losloopt. Zo blijft het reekalf achter en zal het door honger sterven. Voor de goede orde: honden moeten in natuurgebieden, behalve in de speciale losloopzones altijd aan de leiband.

Bron: https://www.natuurpunt.be/nieuws/hou-het-rustig-de-buurt-van-het-ree